TENTOONSTELLING

 

De werkzaamheden van landmeters omvatten veel meer dan enkel het uitvoeren van opmetingen voor wegenwerken of verbouwingen. Wereldwijd zijn er dagdagelijks landmeters bezig met het in kaart brengen van de wereld in al zijn natuurlijke en culturele diversiteit. Dit brengt hen naar alle uithoeken van de wereld, in de meest extreme omstandigheden, en dwingt hen steeds weer hun grenzen te verleggen.

 

Maar ook het landmeetkundig instrumentarium moest aangepast worden om te kunnen functioneren in deze extreme en uitermate diverse omstandigheden. De technologische evolutie van deze instrumenten ging hand in hand met de wetenschappelijke ontwikkelingen in diverse disciplines zoals natuurkunde, materiaalkunde, informatica, … De beschikbaarheid van nieuwe ‘high tech’ instrumenten resulteerde op zijn beurt dan weer in een versnelde vooruitgang binnen de landmeetkundige wetenschap. De collectie Wright-Draper illustreert als geen ander deze wisselwerking tussen wetenschap en techniek gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw.

ALAN WRIGHT

 

In 2013 mocht de Universiteit Gent de omvangrijke collectie landmeetkundige instrumenten van Alan Wright in ontvangst nemen. Deze verzameling schets niet alleen de belangrijke innovaties in het landmeetkundig instrumentarium na WOII, maar is ook een weerspiegeling van een opmerkelijk leven in teken van de wetenschap.

 

Alan Wright (1934-2013; Birmingham, Verenigd Koninkrijk) was gedurende zijn leven werkzaam in 80 verschillende landen, bracht 2,5 jaar ononderbroken door op Antarctica, mocht de Polar medal in ontvangst nemen en leende zijn naam aan het Wright Peninsula (Adelaïde Island, Antarctica. Hij lag mee aan de basis van de ontwikkeling van een nieuwe generatie landmeetkundige instrumenten, waaronder de tellurometer.

 

GEOGRAFIE EN GEOMATICA AAN DE UGENT

 

Geografen en geomatici bestuderen de ruimtelijke verbanden tussen de verschijnselen op het aardoppervlak. Dit veronderstelt een gedegen inzicht in de fysische verschijnselen (reliëf, bodem, klimaat, hydrologie, …), maar ook in het handelen van de mens (lokalisatie, economie, culturele aspecten, …).

 

Om dit te onderzoeken dient men in de eerste plaats de gegevens te lokaliseren, dit niet alleen op het aardoppervlak, maar ook in een tweedimensionale (op de kaart) voorstelling en in een driedimensionale ruimte. Steeds meer gaat men de gegevens ook in vier (tijd) en vijf (verschillende resoluties) dimensies bestuderen.

 

De rol van de geomaticus als geo-ICTer is essentieel: hij lokaliseert op het terrein de nodige elementen, maar staat ook in voor het beheer en de analyse van de data en het communiceren van de nodige informatie. Deze werkzaamheden brengen hem naar de meest uiteenlopende omgevingen: van woestijngebieden tot tropisch woud, van oceanen tot poolgebieden.